REGLEMENTERING |
KB Brandingsporten
De regels gelden voor elke
sportactiviteit die wordt
beoefend met onder meer
surfplanken, kites, wakeboards,
peddles, rafts. Ook voor
jetski’s en jetscooters zijn er
nieuwe regels. De regelgeving
geldt niet voor: roeiboten
ongeacht de lengte, vaartuigen
kleiner dan 6 meter zoals kleine
catamarans en zeilboten,
motorboten, strandactiviteiten
of het gebruik van een
luchtmatras of plastieken
bootje.
Waar
Brandingsporten (en dus ook kitesurfen) zijn toegelaten
in de insteekzone en in de
zeezone tot maximaal 2 zeemijl
in zee. Vroeger was dit maximaal
tot ½ zeemijl. Brandingsporten
zijn verboden in de zwemzone en
de daaraan grenzende bufferzone
(tussen zwem- en insteekzone) en
veiligheidszone (tussen zwem- en
zeezone). Het is ook verboden
vanuit de haven in zee te gaan
(behalve voor jetski's, die zijn
daar wel toegelaten).
Je mag enkel kitesurfen via de voorziene insteekzones. Dit zijn meestal smalle
stroken, verbonden aan een watersportclub, waar je met je kite de zee kan
ingaan. Je vindt deze insteekzones
hier.
Voor de Haan (windhaan) is dit de insteekzone:
Wanneer
De 7Bft-regel is afgeschaft.
Bij elke weersomstandigheid
staat het je als
watersporter vrij om zelf te
oordelen of je de sport zal
beoefenen. Maar… denk aan je
veiligheid! Tussen
zonsondergang en zonsopgang
is het verboden aan
brandingsporten te doen.
Hierop kan een afwijking
worden gevraagd. Mail naar
: brandingsport@mobilit.fgov.be.
In het KB staat niets inzake de windrichting ("Bij elke weersomstandigheid staat het je als watersporter vrij om zelf te oordelen of je de sport zal beoefenen.") Voor het kitesurfen is er aan de kust het kitesurfcharter van Wind en Watersport Vlaanderen (WWSV). Alle watersportclubs aan de Belgische kust zijn hierbij aangesloten en volgen dus de richtlijnen van WWSV. Hierin is opgenomen dat kitesurfen bij aflandige wind AF TE RADEN is (nieuw sinds 2020; daarvoor stond er VERBODEN).
Wij adviseren dan ook om het gezond verstand te
gebruiken. Een paar graden aflading kan al problemen geven, laat staan een
ZO-wind (recht aflandig). Hoge duinen en gebouwen zorgen ervoor dat de
aflandige wind zeer onstabiel is (20-40 keer de hoogte van het object - Een
flat van 20 meter hoog (6 verdiepingen) geeft dus al snel verstoring tot wel
800 meter ver). De praktijk leert dat kitesurfen bij aflandige wind niet
leuk is. Weet dat het redden van personen kostenloos is, het recuperen van
het materiaal niet - ook al is het je eigen club!!!! - een verwittigd
man....
Uitrusting
In de insteekzones is enkel
een isothermisch pak
vereist. In de zee- en in de
kustzone is naast het
isothermisch pak, ook een
zwem-, reddings- of
impactvest vereist, en een
aangepast middel om
noodsignalen te versturen,
bij voorkeur met
plaatsbepaling. Het federaal
overlegplatform voor de
pleziervaart zal een
niet-exhaustieve lijst
opstellen van middelen die
kunnen gebruikt worden. Deze
lijst zal regelmatig worden
aangepast en beschikbaar
zijn op de website van de
FOD (zie publicaties onder).
Niet-exhaustieve lijst van aangepaste middelen voor het versturen van noodsignalen voor de beoefenaars van brandingsporten en in de kustzone buiten de insteekzone en in de zeezone.
Eén van de volgende middelen is voldoende:
Deze middelen moeten goed functioneren en in goede conditie zijn.
Veiligheid
Hou het veilig voor jezelf
en voor de anderen. Zorg
altijd dat er iemand
(strandclub, sportclub,
redderspost…..) op de hoogte
is als je op zee gaat, en
neem geen onnodige risico’s.
Jetski en jetscooter
Onder de nieuwe regelgeving
mogen jetski’s en
jetscooters in bepaalde
insteekzones ook de zee
kiezen. Voorheen mocht dit
enkel vanuit de havens. De
toegelaten insteekzones
worden bepaald in overleg
met de kustgemeenten. Je
vindt ze hieronder bij
publicaties. In de insteekzone
zijn, bovenop de wettelijk
verplichte registratie en
veiligheidsuitrusting, een
isothermisch pak en een
reddingsvest verplicht.
Groepsactiviteiten
Elke wedstrijd en
groepsactiviteit moet een
voorafgaandelijke vergunning
krijgen. Deze vergunning
moet je 3 weken op voorhand
aanvragen. Mail naar: brandingsport@mobilit.fgov.be
Dit KB is bij de meeste kustgemeentes verwerkt in het gemeentelijk
politiereglement. Het is best mogelijk dat er in dit reglement bijkomende
voorwaarden zijn opgedragen.
b.v. het gemeenteregelement van
DE HAAN
Art. 1.32. – Insteek-, lanceer- en bufferzone § 1. Het aanvatten en beëindigen van de activiteiten, zoals bepaald in de definities van de stranden watersportactiviteiten, en voor zover de strandconcessies dit toelaten, zijn enkel mogelijk in de insteekzones. § 2. De insteekzones worden gesignaleerd bij het begin en einde van die zones door middel van borden waarop het uniform silhouet voorkomt van een watersporter. § 3. De bufferzones worden aangeduid door hoge rode cilindervormige boeien. De insteekzones worden afgebakend, ook in het geval van een strandhoofd, over de hele lengte, met gele cilindervormige boeien of in geval van een bufferzone door hoge rode cilindervormige boeien. § 4. In de insteekzones is het verboden te baden, te zwemmen en aan strandvisserij te doen. § 5. Aan de hoogwaterlijn wordt in de insteekzones een lanceerzone voorzien voor kites, de daartoe voorziene informatieborden op elke hoek van de lanceerzone door IKWV worden ingeplant.
Art. 1.33. – Algemene bepalingen § 1. Het beoefenen van brandingsporten is enkel toegelaten in de daartoe voorziene toegelaten zones, zoals bepaald in het Koninklijk Besluit van 22 juni 2016 betreffende de brandingsporten. § 2. Jetski’s en jetscooters mogen enkel zee kiezen van en landen op het strand in de voorziene lanceerzone in de badplaatsen De Haan-Centrum en Wenduine in de voorziene zone. § 3. De bestuurder van een tuig voor brandingsporten moet altijd in staat zijn de controle over zijn tuig te behouden en mag anderen niet hinderen.
Art. 1.34. – Bewaking en reddingen § 1. De gemeente staat in voor de organisatie van de bewaking en reddingen in de insteekzones. De gemeente bepaalt de modaliteiten en kan evenwel beslissen om de bewakings- en reddingsbevoegdheid bij schriftelijke overeenkomst te delegeren naar de watersportclubs of het IKWV. § 2. De activiteiten zoals bepaald in dit deel zijn enkel toegelaten van zonsopgang tot zonsondergang. § 3. Er geldt een waarschuwingsplicht om de beoefenaars van de activiteiten zoals bepaald in dit deel te wijzen op de bewakings- en reddingsactiviteiten wanneer respectievelijk een groene, rode of geen vlag gehesen wordt. De verantwoordelijke voor de bewaking bepaalt welke vlag er zal gehesen worden. § 4. Als er geen vlag wordt gehesen, worden geen reddingen en geen bewaking voorzien door IKWV of de watersportclubs zoals gedelegeerd door de gemeente. § 5. De groene vlag wordt gehesen wanneer de in § 2. opgesomde voorwaarden zijn voldaan, en wanneer in de insteekzone bewaking en reddingen voorzien worden door IKWV of de watersportclubs zoals gedelegeerd door de gemeente. § 6. De rode vlag wordt gehesen wanneer in de insteekzone enkel bewaking, maar geen reddingen kunnen verricht worden door IKWV of de watersportclubs zoals gedelegeerd door de gemeente. § 7. De personen die instaan om watersporters in moeilijkheden hulp te bieden dienen in het bezit te zijn van een specifiek vaar- en reddingsbekwaamheidsattest afgegeven door een erkende watersportfederatie of het IKWV. § 8. Het IKWV maant op regelmatige tijdstippen onbevoegden aan om uit bufferzones te gaan. § 9. De vlag waarvan de modaliteiten in dit artikel worden bepaald, is een driehoeksvlag met één uniform silhouet van een watersporter.
Art. 1.35. – Vaarbewegingen § 1. De activiteiten zoals bepaald in dit deel dienen steeds op een veilige afstand te blijven van strandhoofden en andere kunstwerken. GR. 20.04.2017 18 § 2. Het op- en neerlaten van de kites moet gebeuren in de lanceerzone, zoals bepaald in art. 1.32. §5. § 3. In geen geval mag het op- en neerlaten van de kite gebeuren waar vallende kites een ernstig en onmiddellijk gevaar voor het publiek kan uitmaken. § 4. Het is hen verboden op enigerlei wijze de strandreddingsdiensten of om het even welk vaartuig te hinderen. § 5. De beoefenaars van de activiteiten zoals bepaald in dit deel, dienen onmiddellijk de aanmaningen en/of bevelen op te volgen, hen gegeven door de met bewaking belaste personen. § 6. De kiters zijn verplicht minstens de gebruikelijke veiligheidsvoorschriften voor het kitesurfen, op het vlak van materiaal, gedragsregels en vaardigheden, opgesteld door of in samenspraak met de fusiefederatie Vlaamse Yachting Federatie en de Vlaamse Vereniging voor Watersport (VYF-VVW) in acht te nemen. Die voorschriften worden aan de kitesurfers kenbaar gemaakt in, aan of in de nabijheid van het lokaal van de watersportclub of het redderslokaal bij de zone van vertrek. Art. 1.36. – Uitrusting, meldingsplicht, bekwaamheid van beoefenaars van plankzeilen, plankvliegen en powervliegeren § 1. Iedere beoefenaar van een kite dient: a. een genummerde lycra van de watersportclub te dragen waarvan het eerste kengetal refereert naar de kustgemeente. De watersportclubs leggen een genummerde lijst aan met de namen van de beoefenaars van het plank- en powervliegeren; b. wie geen lycra heeft, dient zich vooraf te melden bij de plaatselijke watersportclubverantwoordelijke wanneer de watersportclub in het jaar open is. De lycra geldt als bewijs van de club dat betrokkene in het bezit is van een bekwaamheidsbewijs dat aantoont dat betrokkene voldoende bekwaam is om deze sport veilig te beoefenen en akkoord gaat met de reglementering ter zake en het charter van de club. Personen met kitebekwaamheidsbewijs dragen een gele lycra. Personen die nog geen kitebekwaamheidsbewijs gekregen hebben, dragen een rode lycra en verplicht een helm; c. een talis aan de trapeze te hechten. De talis vermeldt het jaartal waarin het kitesurfen beoefend kan worden en geldt als bewijs van verzekering; d. het dragen van een helm is verplicht indien een verbinding plankvliegeraar (boardleash) gebruikt wordt. e. het dragen van een helm is verplicht voor cursisten. f. over een kitebekwaamheidsbewijs te beschikken. Het kitebekwaamheidsbewijs wordt afgegeven door een erkend lesgever die in het bezit is van een erkend lesgeversdiploma (Vlaamse trainerschool of international kiteboardingorganisation). Het kitebekwaamheidsbewijs vermeldt de naam, de bekwaamheid, de erkenning door Sport Vlaanderen of ISSA en de naam van de persoon die het kitebekwaamheidsbewijs heeft afgegeven. § 2. De kite moet voorzien zijn van een snel ontkoppelingssysteem (quick release) en een veiligheidsverbinding (kiteleash) tussen kitesurfer en kite.
begripsbepaling - voorrangsregels |
Bakboord:
tijdens het varen wijst de rechterschouder naar voren (in de vaarrichting),
m.a.w. Je kite zit links.
Stuurboord:
tijdens het varen wijst de linkerschouder naar voren (in de vaarrichting),
m.a.w. Je kite zit rechts
Tegengestelde koers:
twee schepen komen elkaar tegemoet.
Oplopende koers:
Twee schepen hebben een koers, waarbij de één
sneller vaart dan de ander en zo de ander inhaalt. Oplopen is slechts toegestaan
als er ruimte is voor gelijktijdig passeren
Loef zijde: de
zijde die naar de wind toe wijst
Lij zijde: de
zijde die van de wind af wijst
Meer info over de vaarrichtingen vind je in
het thema "meteorologie" op de pagina
wind
Op zee gelden er internationale voorrangsregels. Kitesurfen is echter de laatst bijgekomen sport. Doordat we zeer beweeglijk zijn, gelden dan ook enkele andere regels.
Gouden regel
De allerbelangrijkste regel op het water is die van goed zeemanschap. Dit wil zeggen dat je in iedere situatie je gezonde verstand gebruikt. Voorkom ten aller tijde botsingen, onveilige situaties, schade en letsel! Als dit betekent dat er van de geldende voorrangsregels moet worden afgeweken: het zij zo. Kijk elkaar aan, maak contact en respecteer elkaar op het water.
Regel 1
Verleen voorrang aan andere watersporters of strandgebruikers. Kitesurfers moeten andere watersporters of strandgebruikers altijd downwind passeren. Zo kan het niet gebeuren dat je per ongeluk je kite op iemand crasht. Daarnaast is het belangrijk om de verhouding tussen kitesurfers en andere spotgebruikers te kennen. Kitesurfen is een relatief nieuwe sport en kitesurfers moeten altijd voorrang geven aan alle andere watersporters of badgasten. Wij kunnen namelijk makkelijk uitwijken en zijn zeer manoeuvreerbaar. Moet je iemand passeren? Doe dit dan altijd downwind.
De volgende regels zijn regels voor kitesurfers onderling:
Regel 2:
Inkomend
wijkt voor uitgaand:
Doordat
de wind op het strand vaak turbulenter is dan op zee, is het op het strand
gevaarlijker dan in het water. Vandaar dat de kitesurfers op het strand
voorrang hebben op deze die uit zee komen.
Regel 3:
Stuurboord wijkt voor
bakboord:
Bij kruisende
koersen moet de piloot die de kite over stuurboord (rechts) heeft (je vaart dus
naar links), wijken voor de piloot die de kite over bakboord heeft (en dus naar
rechts vaart)
Regel 4:
Loef
wijkt voor lij (downwindse koers wijkt voor upwindse koers)
Kruisen twee kitesurfers elkaar, die in de zelfde
richting varen, dan zou degene die het meest downwindse koers aanhoudt voorrang
verlenen aan diegene die een upwindse koers aanhoudt.
Diegene met de upwindse koers bevindt zich altijd
downwind aan diegene met de downwindse koers. De upwindse kitesurfer heeft dus
niet lang niet zoveel zicht op diegene met de downwindse koers. Diegene met de
downwindse koers zal dus voorrang moeten verlenen aan diegene met de upwindse
koers.
Regel 5:
Snel wijkt
voor traag:
Als een
kitesurfer sneller vaart dan zijn voorligger en in dezelfde richting vaart,
moet hij wijken voor de tragere. De snellere piloot heeft namelijk een beter
overzicht. Deze regel hangt samen met de vorige.
Voordat je springt moet je een vrije zone hebben van 50 meter downwind en 30
meter upwind.